Buiten de lijntjes kleuren leidt tot meer Ondernemersparticipatie
Buiten de lijntjes kleuren leidt tot meer Ondernemersparticipatie
Maatschappelijk ondernemers zijn zeer geschikte samenwerkingspartners voor een gemeente. Ze zijn innovatief, ze hebben een breed netwerk en ze zijn bereid én in staat om met veel energie een klus van de grond te trekken.
Toch worstelen veel ambtenaren met die samenwerking. Want hoe zit het met de integriteit van de gemeente(ambtenaar) als die zich aan een commercieel bedrijf verbindt? Moeten we alle bedrijven op dezelfde manier behandelen omdat we anders in strijd handelen met de gelijkheidbeginselen? Krijgen we anders een proces aan onze broek? Kunnen we niet beter alles aanbesteden om de problemen voor te zijn? En is de ondernemer oprecht maatschappelijk betrokken of vooral commercieel actief? Het antwoord op de laatste vraag is: ja en ja. Ondernemers zijn – hoe maatschappelijk geëngageerd ook – altijd op zoek naar een verdienmodel en willen ‘meters maken’.
Goede samenwerking met maatschappelijk ondernemers vraagt een fleibelere houding van ambtenaren. Hieraan besteedt het magazine Sociaal en Ondernemend (waarin gemeenten, ondernemers en burgerinitiatieven hun ervaringen delen) aandacht in het februarinummer. In een van de artikelen van het blad geeft Movisie zeven praktische tips hoe een gemeente meer ruimte kan geven aan deze maatschappelijk trekkers. Onder andere wordt genoemd:
- zorg als gemeente voor één aanspreekpunt (zodat de ondernemer niet alle loketten af hoeft)
- voer een coherent beleid (zodat de ondernemer niet continu achter de feiten aan loopt)
- los problemen samen op (in plaats van dat de ondernemer achteraf hoort wat de gemeente heeft bedacht en zich daar op moet aanpassen)
- ga vroegtijdig in gesprek (zodat de ondernemer kan aangeven wat wel en niet werkt).
De tips gaan dus eigenlijk over ‘ondernemersparticipatie’. En de boodschap is kortweg: wanneer je als gemeente werkelijk wilt dat ondernemers maatschappelijke vraagstukken succesvol oppakken, ondersteun die ondernemers dan in de rol waar ze goed in zijn (innoveren en meters maken), geef ze ruimte en laat ze meepraten.
Dat is nog best ingewikkeld in de systeemwereld van de gemeente, met alle wet- en regelgeving, gewoonten en ingebakken procedures. Maar buiten de lijntjes kleuren is een belangrijke factor om tot succes te komen. Ambtenaren hebben meer ruimte dan ze denken, zeker als zij goed uitleggen wat ze doen en waarom, en niet bang zijn verantwoordelijkheid te nemen voor hun handelen.
Als je buiten de lijntjes kleurt (lees: experimenteert) zul je ontegenzeggelijk tegen de grenzen van het systeem aan lopen en mogelijk ook fouten maken. Dit wordt alleen geaccepteerd in een omgeving waarin fouten maken mag. Een ware uitdaging voor – vooral – leidinggevenden die juist in situaties waarin de medewerker een ‘fout’ maakt, de neiging hebben om – hardhandig – in te grijpen.
Beter kunnen zij de ‘casus’ aangrijpen om van te leren, door in gesprek te gaan over optredende dilemma’s en op zoek te gaan naar de onderliggende overwegingen van een keuze of beslissing. Het gesprek hierover zorgt dat de volgende keer een doordachte keuze kan worden gemaakt, bijvoorbeeld over de praktische grenzen van ‘integer handelen’ (wat kan wel en wat niet en waarom?).
Het toppunt van ondernemersparticipatie is natuurlijk als de betreffende ondernemer óók bij dit gesprek wordt uitgenodigd.
Michiel Janssen
Blog – maart 2016